De schemer slaat in, het is een warme zomeravond en ik loop op mijn slippers richting een dorp. Hoe het dorp heet weet ik niet, het zag er leuk uit en het is op loopafstand. Onderweg kom ik langs een jea-des-boulesbaan waar grijs de boventoon voert. Wat exact de gemiddelde leeftijd is weet ik niet maar het moet bijna wel rond de 80 liggen. Ondanks hen leeftijd zijn ze zeer fanatiek fanatiek bezig met dit, voor ons, vakantiespelletje. Mijn slippers klakken langs deze baan zonder dat ook maar één van de jeu-des-boulesspelers om of op kijkt. Inmiddels is het dorpje in zicht en het ziet er romantisch uit. Kleine en nauwe straatjes, mensen uit het dorp maar ook een klein gezelschap toeristen op de been, terrasjes vol, livemuziek. Alles wat je verwacht van een idyllisch dorpje in het noorden van Italië.
Terwijl ik daar loop besluipt mij een vreemd gevoel. Een gevoel die ik nog niet eerder heb gevoeld. Een gevoel die mij beangstigt maar ook verblijd. Wat is dit? Wat moet ik hiermee? Of beter gezegd, kan ik hier iets mee? Ik besluit het gevoel te negeren en een plaats te zoeken tussen de wijn drinkende en pizza etende menigte bij een klein maar uiterst gezellig eettentje. Ik heb geluk en zie op het moment dat ik aan kom lopen een mooie plek vrij komen. Ik neem plaats aan een klein rond tafeltjes, gemaakt van plastic, aangekleed met een typisch Italiaans kleedje en een microscopisch klein kaarsje. Er komt een donkerharige vrouw, ik schat rond de 32, naar mij toe lopen en ze vraagt in gebrekkig Engels of ik een keuze heb weten te maken. Ik geef door dat ik graag hen huiswijn wil proeven en dat ik er qua eten nog niet uit ben. Op dat moment loopt de serveerster weg, ik kijk haar na en zie dat deze dame gezegend is met een prachtige bilpartij. De focus gaat snel weer naar de menukaart. Terwijl ik de kaart aan het lezen ben besluipt mij weer dat gevoel. Dit keer kan ik het gevoel iets meer en beter duiden. Het is een gevoel alsof je in de gaten gehouden wordt. Zonder dat het opvalt, althans dat denk ik zelf, kijk ik om mij heen. In eerste instantie valt mij niets op, in tweede instantie ook niet. Het zal wel een verbeelding zijn maak ik mijzelf wijs. Terwijl mijn blik zich weer richt op het menu zie ik in mijn ooghoeken opeens iets gebeuren.
Een kindje van, ik schat, amper 8 jaar uit zie ik in mijn ooghoeken achter een muurtje tevoorschijn komen. Het is een jongentje, hoogstwaarschijnlijk woonachtig in dit idyllische dorpje, die steeds dichter bij het terras komt. Het lijkt wel alsof dit jongentje op jacht is. Ik probeer niet negatief te denken maar dat gevoel, dat vreemde gevoel, zorgt ervoor dat ik hem goed in de gaten houdt. Er zijn hier toeristen met waarschijnlijk allemaal veel geld op zak en allemaal de tas op de grond. Het zal toch niet, het zal toch niet denk ik steeds bij mijzelf. Ondertussen is het jongentje, binnen een meter afstand van het eerste tafeltje, achter een bloempot verstopt. Ik weet het zeker, dit jongentje van amper 8 jaar, gaat zomenteen die hoogstwaarschijnlijk goed gevulde tas stelen van die middelbare Engelse dame. Hoe ik weet dat ze Engels is? Het is niet te missen wanneer je haar accent hoort. De jongen maakt een beweging in de richting van de tafel, ik schuif mijn stoel al iets naar achteren om de achtervolging in te zetten. Hij rent naar het terras toe, ik sta op en wil net die kant op rennen totdat ik schrik. De jongen roept iets terwijl hij de lantarenpaal aantikt. Er komt een ander jongentje teleurgesteld aanlopen. Plots dringt het door bij mij en ik ga lachend zitten. De jongens spelen Gioca a nascondino. Oftewel verstoppertje.
Even later loop ik voldaan weer terug naar de camping. Het eten was heerlijk, ik ben lichtelijk aangeschoten en ik heb genoten van het schouwspel die de kinderen speelden in de nauwe straatjes van het Italiaanse dorpje. Aangekomen op de camping klim ik op mijn luchtbed en voordat ik het weet droom ik al.
Het duurt nog even maar even waan ik mij op vakantie. Hopelijk jij ook, want een vakantie is niet voor iedereen weggelegd. Hopelijk heb jij op deze manier toch alvast een beetje vakantie.
Met vriendelijke groet,
Pascal Meulenbelt