Fred springt van de tweede naar de eerste verdieping. Het is donker, het lijkt wel alsof het iedere seconde donkerder wordt. Fred kijkt om zich heen maar kan door de donkere omgeving niet verder kijken dan zijn tralies. Inmiddels twee jaar geleden zag Fred deze tralies voor het eerst. In die twee jaar heeft Fred iedere detail van deze tralies leren kennen.
Martine, het verwendste kindje van ’t ganze land, kreeg twee jaar geleden uiteraard weer haar zin. Ze hoefde dit keer niet eens haar best te doen. Nadat haar ouders wéér weken achter elkaar weinig thuis waren geweest hoefde Martine het dit keer maar 1 keer te vragen/eisen: “Mam en pap, ik wil een papegaai! Koop dat voor mij.” Nog geen uur later deed Fred zijn intrede in familie Kruys. Het duurde niet lang om erachter te komen dat dit een van de vele opwellingen was van Martine. Het eerste uur speelde en praatte het verwende meisje nog met Fred. Aan het einde van deze dag keek ze eigenlijk al niet meer om naar de edelpapegaai. De groen met blauw gestreepte papegaai deed nog wel zo zijn best om leuk gevonden te worden. Dansjes, liedjes en trucjes, het bleek niet goed genoeg te zijn. De papegaai kon niet op tegen de spelcomputers, tablets, Iphones, barbies en diamanten sierraden. Binnen no-time was Fred op zichzelf en de twee stokjes (verdiepingen) aangewezen in zijn veelte dure kooi gemaakt van diamanten.
De uren lijken wel dagen te duren, de dagen lijken weken te duren en de weken lijken jaren te duren voor Fred. Fred doet er alles aan om gezien en gehoord te worden maar bij alles wat hij doet krijgt hij nul op het rekwest. “Houd je bek kut vogel”, “KOOOOPPPP DICHT!!” en “Ik geef je geen eten en drinken meer als je zo door gaat Fred.”, zijn nog de enige (‘zacht’ uitgedrukte) woorden die tegen Fred gesproken worden.
Deze woensdagavond is het niet anders dan anders voor Fred. Het is misschien zelfs nog wel duisterder dan de afgelopen dagen. Starend naar de duisternis vanaf de eerste verdieping verneemt Fred opeens allemaal rare geluiden. Door de duisternis kon Fred niet zien wat er aan de hand was. *Kaboem*, *klinkel de klinkel* de knal wordt binnen een fractie van een seconde opgevolgd door het geklinkel van kapot glas. Fred springt angstig weer naar de tweede verdieping, hij heeft het gevoel dat er iets of iemand dichterbij komt. “Psst, ben je daar? Psst, vogeltje.” Op het moment dat Fred dichterbij wil komen begint er opeens licht te branden. Fred kijkt zijn ogen uit. “Wat is hier gebeurd? Wie heeft dit gedaan?” Vraagt Fred zich af. Terwijl Fred beduusd van zich af staart fladdert er een elfje voorbij. “Fred, ook jij verdiend een warme kerst vol met verlichting en liefde.” Aldus de elf. Fred staat verstijft op zijn tweede verdieping te vechten, te vechten tegen de tranen. Fred legt het af en al gauw stomen de tranen over zijn behaarde wangen. Terwijl de tranen over de wangen stromen gaat de deur open. Onderwijl blijken de elfjes verdwenen zonder dat Fred dit door heeft gehad en hij ziet dat Martine beduusd in de deuropening staat.
De kerstversiering van de elfjes stralen in de ogen van Martine maar ook in de betraande ogen van Fred. De verlichting geeft ook verlichting bij Martine. Ze kijkt voor het eerst verder dan zichzelf en ziet Fred eindelijk weer eens zitten. Ze ziet de tranen en het ‘diepe’ verdriet van de eenzame Fred. Ze rent naar de kooi, opent het deurtje en opent haar hart opnieuw voor Fred. Fred vliegt de kooi uit, twijfelt even maar land dan al snel op de schouder van Martine en slaat zijn vleugels om haar heen.
Met Fred op haar schouders vangt Martine nog net een glimp op van een wegvliegend elfje door het raam. Terwijl ze samen naar buiten staren zien ze iets waar ze beiden op hoopten. De eerste vlokken vallen uit de lucht!
It’s the most wonderful time of the year
Met vriendelijke groet,
Pascal Meulenbelt